Met de fiets in het vliegtuig om ergens in Europa een mooie trektocht te fietsen. Het is al jaren een grote wens. En als er dan ruimte is in de (reis)agenda, veelal in de laatste drie maanden van het jaar, valt de keuze al snel op een warme bestemming. In overleg met fietsmaat Frank boek ik vroegtijdig een retourtje Sevilla (met fiets) voor een week fietsplezier in oktober. Ons doel? Een stukje van de Andalusië route van Paul Benjaminse. Van dag tot dag bekijken hoe ver we komen en niks vooraf boeken. Het voelt nu al als een avontuur.
Mijn eigen woon-werk fiets neem ik niet mee. Het is een fiets met een stevige Pendix accu en naast het feit dat er geen elektrische fietsen mee mogen in het vliegtuig, is het gewoon vakantie. Geen haast, puur op eigen kracht en snelheid. In overleg met Santos leen ik de Travelmaster 2+ (de nieuwste telg in de Santos familie) voor mijn trip. Vers uit de showroom staat ie te blinken in mijn woonkamer. Ik kan niet wachten om op te stappen maar eerst komt het moeilijkste gedeelte. Het vervoeren van de fiets. Althans, het is nieuw voor me en dus weet ik niet goed wat te verwachten. Gelukkig zijn er veel tips te vinden op de diverse fiets sites en dus begin ik met goede moed aan het inpakken.
Inpakken en wegwezen
Via Bikecenter Woerden kom ik aan een grote stevige fietsdoos. Met een pak bubbeltjesfolie, een paar verwarmings-isolatie buizen en twee rollen ducktape maak ik een mooi pakketje van mijn fiets die gemakkelijk in de doos past. Stuur draaien, pedalen eraf draaien en het zadel omlaag. De bandendruk nog even goed verlaagd voor in het vliegtuig en hoppa. Klaar voor vertrek. Broer René is zo vriendelijk om ons met zijn bus naar vliegveld Eindhoven te brengen, twee fietsdozen achterin, wat een luxe. “Doen jullie wel voorzichtig?” De bagagemedewerker knikt met een glimlach. Als we de fietsdoos de scanner op tillen bij de ‘Afwijkende bagage’ desk is het niet meer in onze handen, tot in Sevilla!
Op pad, Andalusië “aqui vamos”
“Welcome to hostel Triana!” Het is letterlijk een warm welkom. De -goed overgekomen- fietsen staan in de hal van ons verblijf in Sevilla. In een zwoele dertig graden gaan we aan de slag, trappers er weer op, stuur recht en banden op spanning. “Cerveza?” De gastvrouw weet wat we nodig hebben, een koud biertje op het dakterras van het hostel. De tapas later die avond op een goedgevuld terras doen ons des te meer beseffen; we zijn in Spanje! “Proost Frank, op een mooie week.”
Adios Sevilla
De GPS is ingesteld, op naar Arcos de la Frontera, puur zuidwaarts gaat het vandaag. Nadat we via het ‘Estadio Benito Villamarín’, het stadion van Real Betis de stad verlaten, begint de grote leegte. De warme wind zorgt voor kleine windhoosjes met stof in het platte land. Wegen zijn afwisselend voorzien van asfalt of van stevig grind en ander verkeer is zeldzaam. Soms zien we in de verte grote stofwolken vanachter de vrachtwagens opstuiven . Langzaamaan komt er wat tekening in het hoogteprofiel, vals plat gaat het op en af. Eén fietser komt ons tegemoet, een Nederlander die de route in omgekeerde richting fietst. “Neem de doorsteek bij Torcal, schijnt er goed bij te liggen”. Zelf heeft hij een omweg genomen, maar heeft daar zichtbaar spijt van. Tien minuten lang kletsen we over de route, de gebruiken en de plannen. Adios en bedankt! Het zwembad van Hotel Rural la Posada del Duende wacht.
Dos Coca-Cola por favor
Met stramme spieren en roodverbrand voorhoofd gaat het oostwaarts. We kiezen voor de Grazalema pas richting Ronda. De eerste dertig kilometer zijn wederom vals plat, maar vooral loeiheet. Liters water gaan erdoorheen. “Laten we achter elkaar bijven fietsen” Het is best druk op de A372 richting El Bosque. Het is zwaar, maar de moeilijkheid moet nog komen. Tijdens een suikerstop, “dos coca-cola por favor” in El Bosque verzamelen we de moed voor de beklimming van de pas ‘Puerto de el Boyar’. 900 meter stijgen in tien kilometer tijd. Het zweet sijpelt in mijn ogen, af en toe zorgt een klein boompje langs de kant van de weg voor schaduw, even uitpuffen.
Grazalema, Andalusië
De trots en opluchting is groot als we het bord op de top zien, YES! Na de verplichte foto suizen we het schilderachtige Grazalema binnen. Het is inmiddels drie uur en de lunch-tapas gaan erin als Hollandse koek. Het is mooi zo, het dorp voelt goed, er is een goed, goedkoop hotel met plaats EN zwembad, kortom, morgen weer een dag! Terwijl Frank de met zoutvlekken bedekte kleding in het bad voorziet van een handwasje, bestudeer ik vanaf mijn strandbedje het gedrag van de gieren die terug uit de Sierra de Grazalema aan komen glijden. Machtige beesten zijn het.
Poort van de wind
Was het gisteren al een flinke beproeving, vandaag wacht nog meer klimwerk. Mijn postuur en volgepakte tassen helpen niet mee als het de wet van de zwaartekracht betreft. Stukken van 10/11% omhoog met een warme zwoele wind in je snufferd zijn geen uitzondering en de kilometerteller loopt maar traag op. Toch is het genieten, van het hier zijn, de vergezichten en het kunnen leveren van de inspanning. De gelukzaligheid als we het hoogste punt bereiken, de ‘Puerto del Viento’, onbetaalbaar. Lunchen doen we in El Burgo na een kilometer of zestig. Tussen de mooi aangeklede locals -er is in Andalusië elke dag wel iets te vieren- proberen we de energie weer aan te vullen voor de laatste kilometers. Ardales wacht op ons. Het kleine dorp is vooral bekend als uitvalsbasis voor de ‘Caminito del Rey’, de wereldberoemde kloofwandeling.
Koninginnenrit door de Torcal
De vierde fietsdag. Vandaag belooft een mooie maar pittige rit te worden. Het hoogte profiel heeft de tendens naar boven en de wind staat vrij stevig in ons nadeel. Maar we hebben de hele dag de tijd, dus geen stress. Al vrij snel worden we ingehaald door een aantal bussen, vol met wandelaars. Parkeerplaatsen vol met auto’s ook. De Caminito del Rey is hier DE trekpleister, maar wij fietsen er langzaam voorbij. Twee kilometer verder is het muisstil en ontzettend mooi, wat een contrast. Mijn Santos staat in de lichtste versnelling, Frank heeft duidelijk nog lichtere mogelijkheden, het is nodig in dit gebied. We rijden door het mooie ‘Parque natural Torcal de Antequerra’ en hier komt dus ook de keuze voor de doorsteek waar we op de eerste dag voor getipt werden.
Hernieuwde energie
“Ik ben kapot” Nadat ik het al een tijd lang dacht, deel ik nu mijn gedachten met Frank. Frank is een stuk lichter, een betere klimmer ook. Hij kent me inmiddels wel en weet ook wel dat er altijd meer in de tank zit dan dat ik denk. “Ok, nog twee kilometer en dan pakken we de doorsteek”. Ik vermoed dat we een klein half uur over die twee kilometer doen, maar dan zie ik Frank stilstaan bij een oplopende keienweg. “Drie kilometer hierheen of 24 via het asfalt eromheen?” Ik ben al weg. Stoempen, springend van kei naar kei, ondertussen een ‘Buenas’ roepend naar een verbaasd kijkende boer. Prachtig, de energie stroomt, gefocussed leggen we dit traject af. Omlaag slippend en stuiterend is het lastigste. We slapen in Colmenar en dromen over deze topdag in het ruige stuk van Andalusië
Slotstuk
De laatste dag is er een met gemengde gevoelens. Na vijf dagen fietsen in deze omgeving voelen we ons hier thuis, gewend aan het Spaanse ritme, de warmte ook. Wennen aan de prachtige omgeving doe je nooit. Maar we zijn ook wel moe, tijd voor een rustdag zou je zeggen. Echter hebben we slechts een week en dus zijn we vandaag de laatste hoogtemeters aan het overwinnen. Een vals plat klim richting Malaga, dwars door het Parque Natural Montes de Malaga. Op 950 meter hoogte is het tijd voor koffie. Omringd door enorme vergezichten weten we dat de lichte versnellingen nu niet meer nodig zijn. De laatste 19 kilometer gebruiken we om naar zeeniveau te komen, op naar het strand!
Sevilla – Eindhoven
Via Malaga gaan we met de (ALSA) bus terug naar Sevilla. Bij een plaatselijke Chinese supermarkt wordt bubbeltjesfolie en duct-tape aangeschaft en zo verdwijnen de Santossen onderin de bus. Voor minder dan dertig euro zijn we drie uur later weer op ons beginpunt. Met ongeloof -daar hebben we dus vijf dagen over gefietst?!- pakken we de fietsen weer uit om in te gaan checken bij Hostel Triana. Een warm welkom valt ons ten deel en na een korte opfrisbeurt maken we nog een mooi rondje Sevilla. Zonder bagage, zonder fietskleren. Laatste cervezaatje, laatste keer tapas en voorlopig weer de laatste keer 25 graden. We gaan naar huis. Wat een mooi avontuur, dit smaakt zeker naar meer.
Meer info
Reis
We vlogen met Transavia -inclusief fiets- van Eindhoven naar Sevilla. Zonder problemen voor wat betreft het meenemen van de fietsen. In Sevilla is echter de scanner kleiner dan die in Nederland, als je op de terugweg een te grote fietsdoos hebt zul je hem er terplekke uit moeten halen. Vanuit Malaga namen we de bus richting Sevilla. Relaxed, goedkoop en snel. Navraag bij het treinstation van Sevilla leerde ons dat we geen fietsen in de trein mochten vervoeren. Of dat altijd zo is in Andalusië durf ik niet te zeggen.
Overnachtingen in Andalusië
De eerste en laatste nacht in Sevilla verbleven we bij Triana Backpackers hostel Goedkoop, gunstig gelegen. We mochten er onze fietsdozen stallen. Privekamers of dorm-rooms.
In Arcos de la Frontera sliepen we heerlijk bij La Posada del Duende. Goed eten, koele kamers en mooie binnentuin. En uiteraard een heerlijk zwembad om in af te koelen.
Grazalema was ook zo’n parel. Met zicht op het dorp brachten we de nacht door bij Hotel Villa de Grazalema Kamers grenzend aan het zwembad, ruim ontbijtbuffet, aan de route gelegen.
In Ardales geen zwembad, maar wel prima ligging en goede verzorging door de gastvrouw. El Patio Andalu was de naam.
Hotel Arco del Sol in Colmenar ligt aan een grote weg met uitzicht op de Torcal. Goede kamers, heerlijk eten en supervriendelijke bediening. Alle hotels waren zeer vriendelijk geprijsd en boden meer dan waar voor hun geld.
Route en cijfers
We namen de route van Paul Benjaminse als leidraad. Middels de GPS routes en het bijbehorende boekje reden we geen moment verkeerd. In totaal kwamen we voor de Andalusië route Sevilla- Arcos – Grazalema -Ardales – Colmenar -Malaga op 350 kilometer. Gemiddeld 70 kilometer per dag. Daarnaast fietsten we zowel in Malaga als in Sevilla een mooie citytour.