Huttentocht Champsaur-Valgaudemar

door Roger
Huttentocht Champsaur-Valgaudemar

We zijn nog maar net vertrokken vanuit refugehotel du Gioberney als Edwin en ik getrakteerd worden op een fluitconcert. Als we kijken waar het geluid vandaan komt, zien we dat we brutaal vanonder een rotsblok aangekeken worden door een bergmarmot. Je hoort dat beest gewoon denken: “Denken jullie laaglanders nou echt dat je amper getraind in 3 dagen naar refuge pre de la Chaumette kunt lopen?”

de bruidssluier des Encrins

We gaan beginnen! Op de achtergrond een prachtige waterval die hier ‘de Bruidssluier’ genoemd wordt.

Misschien heeft dat beest wel een beetje gelijk. Natuurlijk heb ik wel wat getraind, maar een rondje door de Wassenaarse duinen zijn toch wat anders dan een huttentocht door de bergen van Valgaudemar en Champsauer in National Park des Encrins. Ook de rugtas met dertien kilo bagage gaat de reis zwaarder maken dan mijn spaarzame traningsrondjes.               

We laten die marmot alleen met z’n negatieve gedachten en we gaan met volle moed op weg naar het eerste overnachtingsadres: Refuge le Pigeonnier, een hut die op maar liefst 2400 meter hoogte ligt. 
Vandaag is niet de langste rit, maar de route is venijnig. Maar liefst 800 hoogtemeters moeten bedwongen worden vandaag. Onder de brandende zon klimmen we langzaam maar gestaag naar boven.

Huttentocht Champsaur-Valgaudemar

Hoger en hoger

We stijgen snel en onze eerste ‘hotel’ lijkt al snel te veranderen in de een miniatuurhuisje. Als we bij Lac de Lauzon zijn aangekomen zitten we volgens onze kaart bijna op de helft. Prima plek om eens te kijken wat de waard in ons lunchpakket heeft verstopt. Stokbrood met salami, cake en een salade. Alles smaakt extra goed na gedane inspanning. Dit geeft ons weer de kracht voor het laatste pittige deel van deze dag.

Lac de Lauzon

Lac de Lauzon is een prima plek om even uit te rusten

Het leven in een berghut

In de namiddag komen we aan in Refugé le Pigeonnier. Deze berghut is prachtig gelegen op 2400 meter hoogte. Nooit eerder hebben Edwin en ik overnacht in een berghut. Nu zullen we deze en de komende drie nachten verblijven in een Refugé.

Refugé le Pigeonnier

We naderen de eerste berghut. Refugé le Pigeonnier ligt op 2400 meter hoogte.

Verwacht geen luxe in hier, het leven in een berghut is eenvoudig. Áls je al kunt douchen, verwacht dan geen warm water. Laat je gave gadgets maar thuis, er is geen stroom om ze te laden (wij hadden daar overigens zonnepanelen voor meegebracht: https://www.vadersopreis.nl/review-xtorm-solarbooster/).
GSM bereik heb je nergens in National Park des Encrins, een berghut is daar géén uitzondering op. Slapen doe je in een kleine ruimte met stapelbedden, geschikt voor minimaal 12 personen en die kamer deel je met andere passanten. Er wordt rond 19.00 -na de soep- een stevige, maar smakelijke éénpansmaaltijd geserveerd (in ons geval bijna alle keren lasagne).

Slaapzaal in een berghut

Slaapzaal in Refugé le Pigeonnier. Verwacht geen luxe in een Refugé.

Als we aan de dis zitten valt de regen werkelijk met bakken uit de hemel. Wat een geluk dat deze bui niet eerder viel. Uit het raam zien we een eigenaardig schouwspel van honderden kikkers die uit een vijvertje springen en lijken te dansen in de regen. Een TV heb je hier niet nodig. De natuur schotelt je een spektakel voor.

Help! Ik val!

In de ochtend nemen we ons lunchpakket weer in ontvangst en gaan met frisse moed beginnen aan de tweede etappe van onze huttentocht. Vandaag is de route veel langer dan gisteren en we gaan op weg naar Refuge de Chabernéou. Het eerste deeltje van de tocht biedt al veel meer uitdaging dan de hele eerste dag. Steile technische stukken, riviertjes die overgestoken moeten worden en losliggende gladde rotsen . Dit is bepaald geen ‘walk through the park’.

Snelstromend water oversteken

Met regelmaat kom je uitdagende passages tegen zoals deze

“Je loopt een beetje, zoals Bambi ooit over het ijs schuifelde’ pest Edwin mij. Het is het gevolg van een flinke smak op de keien die ik gisteravond maakte, toen ik nog even een luchtje ging scheppen. Deze morgen voel ik me een beetje onzeker en ik doe ik het toch iets rustiger aan.
Karma is a bitch. Nog geen half uur later smakt Edwin zelf tegen de stenen. ‘Help me toch! Ik val naar beneden!’ . Ik lees de paniek in zijn ogen. Edwin is in de veronderstelling dat hij boven een afgrond bungelt.
Ik schat de situatie in en zie dat er vlak onder Edwin een flinke rots ligt is waar hij op kan staan. Even twijfel ik of ik hem direct zal helpen of dat ik eerste een foto of filmpje zal maken van dit toch wel grappige tafereel. 

Uiteindelijk kies ik toch maar voor het eerste. Een serieuze beenwond het gevolg van deze glijpartij, maar we moeten verder. Vanaf hier doen we het allebei wat voorzichtiger aan, wat de snelheid niet te goede komt.

Regis de Ranger

Veel later dan afgesproken ontmoeten we Regis, een ranger in dit gebied. Hij loopt vandaag een stuk met ons mee. We merken dat Regis hier thuis is. Met flinke, snelle passen loopt hij de bergen op en ondertussen vertelt hij vol passie honderduit over de flora en de fauna in Champsaur-Valgaudemar. Zwaar ademend kan ik af en toe iets bevestigen of een korte vraag stellen.
Dan plotseling staat Regis stil en wijst hij omhoog: ‘Chamois!’.
We zien een flinke gems die ongeveer 30 meter hoger, onwaarschijnlijk soepel over de rotsen springt. Onze eerste gems! Hoewel er schijnbaar duizenden gemzen in dit gebied leven, is een geoefend oog kennelijk een pré om er één te spotten. 
Regis onderwijst ons over de gemzen, de bergmarmotten, de roofvogels en over de wolven die in dit gebied leven.

Ranger des Encrins

Regis de Ranger met zijn assisente

Het laatste stuk moeten we het doen we zonder Regis, die nog andere verplichtingen heeft vandaag. Was het hoogteverschil de bottleneck van dag één, dan is dat op deze dag vooral de afstand. Als we eenmaal in de verte Refuge de Chabernéou ontwaren, dan voelen de vermoeidheid pas echt. Enerzijds zou je willen dat er er geen einde komt aan al dat natuurschoon. Anderzijds beginnen de benen aan te geven, dat het vandaag meer dan genoeg is geweest. Nog een keer een stuk dalen en een stuk stijgen, dan geven we ons weer over aan het simpele leven in een refuge. We gaan op tijd naar bed in de wetenschap dat het klapstuk van deze tocht nog moet volgen. We slapen die nacht als marmotten.

Koningenrit

Vandaag lopen Edwin en ik ‘de koninginnenrit’. De langste wandeling van de vier daagse huttentocht door de bergen van Valgaudemar en Champsaur. De dag begint vlak na zonsopgang met een spektakelstuk. Eerst moeten we op handen en voeten verschillende riviertjes over steken. De adrenaline pompt door ons lichaam als we enkele steile ijsvlakte over moeten steken, om vervolgens via grote rotsblokken en staalkabels omhoog te klimmen.

eeuwige sneeuw des Encrins

Even bijkomen als we weer een ijsvlakte zijn overgestoken

De paden zijn ongepolijst en hier en daar best gevaarlijk. Enerzijds zijn we blij als we na drie uurtjes klauteren kunnen pauzeren bij Refuge Vallonpierre. Anderzijds weten we dat we hier nog niet de helft van de dagafstand hebben gelopen. We drinken ons moed in met een colaatje, genieten nog even van deze prachtige berghut en we verbijten de spierpijn: let’s go, we gaan er voor! 

Refuge Vallonpierre

In Refuge Vallonpierre hebben we niet overnacht, maar daar zouden we eigenlijk nog een keer voor terug moeten gaan.

We worden bewonderd nagefloten door de eerdergenoemde marmot en zijn neven en nichten, als we lopen door de geelgroene velden richting de Col de Vallonpiere.

Col de Vallonpiere.

De geelgroene velden richting de Col de Vallonpiere.

Hier piept die bergmarmot wel anders. Je hoort hem gewoon denken: “Niet gek van die kaaskoppen, dat ze hier toch gekomen zijn’. De kans is groot dat we deze barre tocht gaan volbrengen. We hoeven na de Vallonpiere tenslotte nog ‘maar’ twee bergtoppen over, volgens onze kaart. Vlak over de top komen we een drietal tegenliggers tegen. Als we hen stoer vertellen over onze eindbestemming van vandaag, hebben ze zichtbaar respect voor ons. ‘Shit, moeten we dan nog zó ver’ is mijn gedachte.

Als we afgedaald zijn van de Col de Vallonpiere, dient de volgende beklimming zich al weer aan. We moeten de met zwarte gladde leistenen bezaaide Col de Gouiran over. Er groeit hier niets en er leeft hier niets. Het zijn alleen wij en de natuurelementen. Op de top stormt het hard. Hier blijven we niet te lang, snel afdalen.

Het hoogtepunt en het venijn in de staart

Nog maar één beklimming vandaag. Maar zoals zo vaak zit het venijn in de staart. De Col de la Valette staat op stapel en dit is het letterlijke en figuurlijke hoogtepunt van deze hele route met maar liefst 2668 meter. Trots maken we op de top foto’s van elkaar alsof we zojuist de Mount Everest beklommen hebben.

Col de la Valette

Het hoogste punt van de route, de Col de la Valette

Nu nog even naar beneden en dan zijn we er. Dat ‘even’ blijkt veel verder dan we dachten. Die hut moet hier toch echt ergens zijn. De voeten beginnen zeer te doen, de benen zijn vermoeid en we hebben honger en dorst. Ons geluk kan niet op als we onze eindbestemming in het vizier krijgen.

Refuge pre de la Chaumette

In de verte zien we eindelijk Refuge pre de la Chaumette

Tien uur na ons vertrek deze morgen laten we ons neerploffen op de houten banken van Refuge pre de la Chaumette. We drinken er een génépi op. We hebben het gehaald! We maken even een lange neus naar die bergmarmot die toevallig weer voorbij loopt.
Je hoort dat beest gewoon denken: ‘Tsss, de wonderen zijn de wereld nog niet uit’.

Genepi des Encrins

Proosten met een génépi

Informatie:

Met de auto is het vanaf Utrecht 1100 kilometer naar het startpunt in Gioberney. 

Wij vlogen we naar Lyon en regelden een all-inclusive huurauto via Sunny Cars, 100% verzekerd en gegarandeerd geen kosten achteraf. Goed om te onthouden: je Sunny Cars huurauto is all-in. Schade- en diefstalverzekering, een extra WA-dekking van € 7,5 miljoen, dekking van glas-banden-bodem-dakschades: alle nodige verzekeringen zijn inbegrepen. Sunny Cars betaalt het eigen risico altijd terug.
Wij huurden een fijne Renault Captur voorzien van alle gemakken.
Het ophalen en retourneren van de auto ging snel, soepel en zonder gedoe.
https://www.sunnycars.nl/auto-huren/frankrijk/

Wij gebruikten de huurauto voor allerlei uitstapjes in de omgeving en om te komen bij de via ferrata in Ancelle

Onze overnachtingsadressen:

Chalet-Hôtel du Gioberney, prima startpunt voor één of meerdaagse tochten.
Refuge le Pigeonnier, prachtig uitzicht op de Sirac, 2400 meter hoogte.
Refuge chabernéou, zeer afgelegen, klein en basic.
Refuge pre de la Chaumette, groot, gelegen naast een beek.

Edwin schreef voor Oppad een levendig en enthousiast verhaal over deze berghuttentocht. 

You may also like

3 comments

Tips voor de Auvergne in Frankrijk – Vaders Op Reis 10 september 2018 - 08:53

[…] Frankrijk. Zowel in de zomer als in de winter heeft dit land zoveel te bieden. Wat dacht je van een pittige wandeltocht door de bergen? Of een wintersportvakantie? Of lekker de toerist uithangen in de Dordogne? Deze zomer gingen wij […]

Antwoord
Fietsen door het Ertsgebergte in Tsjechië – Vaders Op Reis 17 oktober 2019 - 21:43

[…] minimaal mogelijk te gebruiken, om er nog een beetje een sport van te maken. Dat kan makkelijk want échte bergen kom je tijdens het fietsen door het Ertsgebergte eigenlijk niet tegen. Het is vooral […]

Antwoord
Vogezen: wandelen op de Grande Randonnée - TravelKees 27 december 2022 - 23:01

[…] Als de Vogezen je niet uitdagend genoeg lijken, kijk dan verder naar dit wandelverslag in de Franse Alpen door het Nationaal Park Des Ecrins. […]

Antwoord

Leave a Comment