Zonder strijd…

door Roger
Oetdoor - Scandinavië - Kampeerweekend

De kogel is door de kerk! We gaan ‘gewoon’ naar Zuid-Frankrijk deze zomervakantie. Een heerlijke kleinschalige camping in de Midi-Pyreneeën roept ons al. Onze luxe glampingtent -met tweepersoonsbed, koelkast en eigen sanitair- wordt alvast opgewarmd door de Franse zomerzon. Dat wordt weer ultiem genieten.
Maar ho -wacht even- zo ver is het nog niet. Eerst moet de jaarlijkse ‘strijd’ gevoerd worden.

Die strijd begint een paar dagen voor vertrek. Zo ga ik graag met een schone auto op pad. Even door de wasstraat, flink die stofzuiger er doorheen jagen en voor de finishing touch een doekje met cockpitspray over het dashboard. Terwijl ik zo ijverig bezig ben, krijg ik de hoon over mij heen. Renske vindt dit namelijk nogal onzinnig. ‘Die auto wordt toch vies zodra je de straat uitrijdt, dat schoonmaken is vrij zinloos’. Ondertussen vindt zij het belangrijk om het huis nog even goed aan kant te maken voor vertrek. Stofzuiger door alle kamers, een stofdoek langs alle hoeken en gaten en de badkamer krijgt een sopje.
Dat vind ik op mijn beurt weer zinloos. Het huis wordt de komende weken immers niet gebruikt en het stof valt toch wel als we weg zijn. Het is het startschot van de jaarlijkse strijd.

De strijd gaat verder bij het inpakken van de koffers en het inladen van de auto. Even gaan mijn gedachten terug naar mijn jeugd. Samen met mijn broer en twee zussen wrongen we ons op achterbank van de Opel Record. Daar gingen we dan, hélémaal de naar camping in Stroe. Een spartaans ritje zonder airco, tv-schermpjes, iPads of navigatie. Er zaten zelfs geen autogordels achterin. Dat was ook eigenlijk niet nodig, want met vier kinderen zaten we zo klem op de achterbank, dat we op de plek van bestemming met een schoenlepel uit de auto gehaald moesten worden.

De meest spullen lagen in de kofferbak, terwijl het restje vastgebonden werd op het imperiaal. Hoe kregen mijn ouders die bagage voor zes personen toch in vredesnaam mee?

Mijn inzet in deze strijd: zo min mogelijk en alleen het hoogstnoodzakelijke meenemen

Maar, terug naar de strijd. Wij hebben ‘slechts’ twee kinderen en een grotere auto dan mijn vader had. Die bagage zou dus makkelijk moeten passen, maar de praktijk is weerbarstiger. Mijn inzet in deze strijd: zo min mogelijk en alleen het hoogstnoodzakelijke meenemen. In mijn optiek zijn dat een paar kledingstukken, tandenborstels, paspoorten, een creditcard, een stuk of drie iPads, pindakaas en hagelslag. Renske verschilt nogal van mening van wat hoogstnoodzakelijk is en om die reden moet ik ieder jaar weer al mijn Tetris-, wiskunde- en worstelvaardigheden inzetten om alle bagage in de auto te proppen.

Zelfs de reis naar de bestemming gaat nooit zonder strijd. Er komt een zeker moment dat je een dikke file inrijdt. De temperatuur en de gemoederen lopen al wat hoger op, bij het al-dan-niet kiezen voor een langer, maar -mogelijk- sneller alternatief. Terwijl we een verhitte discussie voeren, begint die navigatietrut zich er ook nog eens mee te bemoeien! Als dan de discussie het kookpunt nadert roept één van de kinderen vanaf de achterbank ‘ik moet nú echt heel nodig plassen’! Dat zijn de momenten dat het een wonder mag heten dat we zonder echtscheiding de bestemming halen.

Hoe lekker is het als je al deze ongemakken hebt overwonnen en dan uiteindelijk de camping oprijdt. Als je door het dal bent gekomen, is de berg extra hoog.  We laten de strijd achter ons, we proosten op het begin van de vakantie en we zijn het dit keer roerend met elkaar eens: zonder strijd geen overwinning!

Deze column is geschreven voor en gepubliceerd in hét reismagazine voor avontuurlijke gezinnen: Kleine Globetrotter Magazine

You may also like

Leave a Comment